
Azawakh
- Rasstandaard
FCI nr. 307 -
15/10/2019
Aangevuld met
opmerkingen (cursief).
Goedgekeurd door de
clubs SLAG en CLAMED
De door de SLAG voorgestelde
wijzigingen in de Azawakh rasstandaard, gebaseerd op het werk van
professor Triquet en Guintard, zijn aangenomen door de Société
Centrale Canine.
De FCI erkende deze aldus gewijzigde rasstandaard
als de officiële rasstandaard op 15.10.2019.
Op dat moment werd het wenselijk geacht
enkele verduidelijkingen aan te brengen zodat er op sommige punten
geen onjuiste interpretatie van de standaard kan ontstaan.
Het schrijven/de redactie van deze
toelichting werd toevertrouwd aan Jean-Louis Brassat-Lapeyrierre.
De vetgedrukte delen geven aan wat
afwijkt van de vorige standaard van 17.04.2015.
De verduidelijkingen zijn cursief
gedrukt, na elk deel van de betreffende tekst. Zij gaan vergezeld van
tekeningen die de minimale en maximale witte aftekening tonen,
evenals de ideale afmetingen.
Deze verduidelijkingen zullen zeer
nuttig zijn om de kennis van Azawakh liefhebbers en andere
windhondenliefhebbers te verbeteren.
Elke verduidelijking geeft
begrijpelijke en aanvullende informatie over de verschillende punten
van de standaardbeschrijving.
15.10.2019/ FR
Standard-FCI N°307
LÉVRIER
DE
L'AZAWAKH
HERKOMST:
Noordelijke
grensgebieden van Mali en Niger; de hellingen van de Azawakh
vallei
PATRONAAT: Frankrijk.
DATUM
PUBLICATIE VAN DE OFFICIEEL GELDIGE RASSTANDAARD: 04-09-2019.
GEBRUIK
Zichtjacht
op wild (gazelle, haas, struisvogel) en de strijd tegen roofdieren
(hyena, jakhals, leeuw). Deze hond is een belangrijke metgezel in het
familieleven van de nomaden en deelt hun zwervend bestaan.
FCI
KLASSIFICATIE:
Groep
10, Windhonden.
Sectie 3, Kortharige Windhonden.
Zonder
werkproef.
KORT
HISTORISCH OVERZICHT
Het
is een Afrikaanse Windhond die
afstamt van types, afgebeeld op duizenden jaren oude
rotsschilderingen in het centraal Afrikaanse gebied. Naarmate de
Sahara droger werd, zakten herders/jagers, de Touaregs, de
Dahoussahaqs en de Peuls met hun honden af naar de meer gastvrije
Sahel landstreken: de randen van de droge Azawakh vallei, geschikt
voor veeteelt en jacht . Behorend tot de cultuur van de bevolking die
het ras ontwikkeld en gevormd hebben, staat het bekend als ‘Oska’
in de taal van de Touaregs. Europese liefhebbers ontdekten en
bewonderden het ras en selecteerden het vervolgens met hulp van
fokkers van de eerste afstammelingen die vanaf 1968 naar Europa
werden geëxporteerd.
Opmerkingen Historisch overzicht:
De verwantschap met de Sloughi en de
Saluki is er zeker, maar is zeer oud. De Azawakh windhond heeft zijn
Afrikaanse identiteit al meer dan twee millennia en behoort tot de
cultuur van de Berbervolken. Terwijl de Sloughi in Afrika werd
geïntroduceerd door de Arabisch-islamitische migratie.
ALGEMENE
VERSCHIJNING
De
Azawakh windhond is vooral slank en elegant en geeft een algemene
indruk van grote sierlijkheid. Zijn beendergestel en bespiering zijn
zichtbaar onder een dunne en droge huid. Hij toont zich als een
langgelijnde hond waarvan het lichaam past in een rechthoek met de
langste zijde verticaal.
Opmerkingen
Algemene verschijning:
De
Azawakh windhond is bijzonder elegant, hij wordt beschouwd als een
schitterend dier. Op het eerste gezicht valt een fijne botstructuur
op, d.w.z. niet te licht en niet te zwaar. Door het skelet en de
bespiering van de hond, ziet men zijn roeping als jager van snelle
prooien en beschermer van het kamp. De spieren zijn tamelijk vlak
maar goed zichtbaar en de fijnheid van de weefsels laat de spieren,
pezen en de aderen goed zien.
BELANGRIJKE
AFMETINGEN
Schofthoogte/lichaamslengte:
10 : 9. Bij teven is een iets lagere verhouding
toegestaan.
Schofthoogte/borstdiepte: 10:
4
Hoofdlengte/neuslengte: 10 : 5
Hoofdlengte/schedelbreedte: 10
: 4
Opmerkingen
belangrijke afmetingen:
Deze
verhoudingen zijn essentieel. Zij geven de Azawakh windhond zijn
gratie en fijnheid. Het formaat, in een verticale rechthoek is zeer
belangrijk om te respecteren, een vierkant formaat moet bestraft te
worden.
De
verhouding tussen schofthoogte en borsthoogte is ook een belangrijk
kenmerk. Het diepste punt van de borstkas mag niet tot aan de
elleboog reiken, maar iets daarboven.
De
lengte van de snuit moet ongeveer gelijk zijn aan de lengte van de
schedel. Een afwijking de ene of de andere kant op moet worden
vermeden.
Ideale
verhoudingen:

GEDRAG/KARAKTER
Levendig,
oplettend, afstandelijk. Hij kan zéér gereserveerd
tegenover vreemdelingen zijn, maar laat zich zachtaardig en
aanhankelijk kennen binnen de familie én tegenover
diegenen die hij wenst te aanvaarden.
Opmerkingen
Gedrag/Karakter:
Bij
de eerste importen kon het af te keuren verlegen karakter worden
waargenomen. Het karakter is verbeterd maar een individu kan soms
zeer terughoudend zijn. Maar het is belangrijk te weten dat in de
oorspronkelijke nederzettingen, deze hond perfect gedomesticeerd is,
leeft in de gezinnen, terwijl hij beschermer en jager is.
HOOFD
Lang,
droog, fijn en goed besneden. Tamelijk maar niet overdreven smal.
SCHEDELGEDEELTE
Schedel:
Vrijwel vlak, tamelijk lang. De breedte moet beslist minder zijn dan
de helft van de hoofdlengte. Van opzij gezien is de lijn van de
schedel en snuit soms ietwat divergerend (convex). De
wenkbrauwbogen en de voorhoofdsgroef zijn nauwelijks zichtbaar.
De uitwendige achterhoofdsknobbel moet duidelijk zichtbaar
zijn.
Stop:
Nauwelijks zichtbaar.
Opmerkingen
hoofd:
Extreem
fijn weefsel bedekt de schedel en de snuit waardoor de onderliggende
aderen en het fijn gebeitelde bot zichtbaar worden. Het hoofd is in
harmonie met de algemene indruk van de windhond maar vermijdt elke
overdrijving. Een te zwaar of juist te fijn (ongetwijfeld esthetisch)
hoofd is niet in verhouding met het formaat of de functie van de
Azawakh. De bovenbelijning van de schedel en snuit zijn over het
algemeen parallel, een lichte afwijking kan worden waargenomen en
geaccepteerd. Bij palpatie met de vingers moet de achterhoofdsknobbel
goed te vinden en te voelen zijn.
AANGEZICHTSGEDEELTE
Neus:
Zwart of donkerbruine kleur is verplicht. De neusgaten zijn
ruim.
Snuit:
Lang, recht, naar de voorkant, zonder overdrijving, iets
toelopend.
Lippen:
Dun, goed aanliggend, zwart van kleur of donkerbruin; geen
hanglippen
Kaken/tanden:
Kaken lang en krachtig. Schaargebit. Volledig gebit.
Wangen:
Vlak
Ogen:
Amandelvormig, tamelijk groot, licht schuine ooghoek.
Donkergetint, soms barsteenkleurig. Nooit blauw.
Oogleden goed zwart of donkerbruin gepigmenteerd.
Oren:
Tamelijk hoog aangezet. Ze zijn fijn, altijd hangend en vlak,
tamelijk breed aan de basis, dicht tegen de wangen, nooit een
rozenoor. De vorm is driehoekig met een afgeronde punt. Als de
aandacht van de hond wordt getrokken, richten de oren zich
aan de basis op.
Opmerkingen
Neus:
De
neus moet goed ontwikkeld zijn met de neusgaten wijd open; de reukzin
van de hond is een essentiële functie, ook al jaagt onze windhond
meestal op zicht.
Opmerkingen
Snuit:
De
snuit is bijna recht, deze rechtheid moet worden gewaardeerd, maar
een zeer lichte kromming achter de neus kan worden toegestaan.
Opmerkingen
Kaken/tanden:
Een
te smalle kaak, niet sterk genoeg, een terugwijkende kin, zijn te
vermijden. Laten we ons deze kaak voorstellen bij de jacht, hij moet
tenslotte worden gebruikt om het wild te vangen of om tegen
roofdieren te vechten.
Een
zeer sterke onderkaak met prominente jukbeenderen en een te korte
kaak zijn belangrijke fouten.
Opmerkingen
Lippen:
De
lippen zijn strak, goed gepigmenteerd en in geen enkel opzicht grof
of los. Te sterk ontwikkelde lippen aan het eind van de snuit kunnen
het hoofd een ‘gewone’ uitdrukking geven.
Opmerkingen
Wangen:
De
aangezichts- en kauwspieren (musculus zygomaticus en musculus
masseter) mogen niet te sterk ontwikkeld zijn of te prominent
aanwezig.
Opmerkingen
Ogen:
Het
ooglid betreffend: het oog is amandelvormig met een licht oplopende
binnenste/ buitenste as. Een te lichte iris wordt sterk bestraft.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de pigmentatie van alle
slijmvliezen, die niet lichter dan donkerbruin mag zijn.
Opmerkingen
Oren:
De
aanhechting van het oor bevindt zich op de verlengde as van de
oogleden (opening), d.w.z. op het bovenste niveau van het oog. Te
laag aangezet draagt het bij tot de indruk van een ‘gewone’
uitdrukking, te hoog aangezet kan de oorschelp niet meer tegen de
schedel aansluiten. Er moet gestreefd worden naar een zo plat
mogelijk oor. Een opgerold- of kurkentrekker-oor moet worden
vermeden. Een rozenoor is een uitsluitende fout.
HALS: Goed
gesteld, lang, fijn, bespierd en in profiel gezien licht gebogen
aan de bovenzijde. De huid is fijn en vormt geen plooien.
Opmerkingen
Hals:
Een
goede lange hals moet worden nagestreefd en aangemoedigd. De hals
moet harmonieus, zonder knik, in de borstkas overgaan.
De
nek van de windhond is een instrument voor balans, hij mag niet
overdreven van formaat zijn, noch in zijn omvang: type "giraffennek",
noch in zijn doorsnede, rond van uiterlijk; de doorsnede is eerder
afgeplat en ovaal. Hij moet bedekt zijn met platte spieren, er moet
een zekere kracht uitgaan van dit essentiële element in de race en
in de vangst/jacht.
LICHAAM
Bovenbelijning:
Recht, vrijwel horizontaal of iets oplopend van schoft
naar de heupknobbels. Heupen zijn duidelijk zichtbaar en op dezelfde
hoogte of iets hoger geplaatst dan de schoft.
Schoft:
Goed geplaatst.
Lendenen:
Kort, droog.
Kroep: Goed schuin
(idealiter: 45 graden).
Borst:
Diep, bijna tot de ellebogen reikend. Naar het borstbeen
toe geleidelijk versmallend. Voorborst tamelijk smal.
Lange, nauwelijks zichtbare zichtbare ribben die geleidelijk en
regelmatig gebogen zijn.
Onderbelijning
en buik:
De boog van het borstbeen is duidelijk zichtbaar en verloopt vloeiend
naar de zeer hoog opgetrokken buik.
Opmerkingen
Bovenlijn:
De
bovenbelijning moet het liefst naar boven oplopen en strak zijn en in
geen geval zwakte vertonen voorbij de schoft. Soms zie je dat de
stand van de heupen iets hoger is dan de schoft, ook dit is een
essentieel kenmerk van de Azawakh windhond. Een horizontale
bovenbelijning is volledig in overeenstemming. Heupen die lager
liggen dan de schoft moeten worden bestraft.
Opmerkingen
Lendenen:
De
lendenen zijn gedrongen, gespierd, met een bijna rechte bovenlijn.
Opmerkingen
Borst:
Een
lichte onderbreking in het profiel van het borstbeen mag worden
aangegeven, maar zonder overdrijving.
Opmerkingen
Onderbelijning en buik:
Het
is noodzakelijk het zijaanzicht van de borst te specificeren, het
zijaanzicht van het borstbeen is een essentieel kenmerk van de
Azawakh windhond. De borst laat "een beetje lucht" onder de
ellebogen. Dat wil zeggen dat ze niet tot aan de ellebogen loopt,
maar tot het laagste punt van de borst. Het laagste punt van de borst
ligt achter de elleboog en ongeveer ter hoogte van de elleboogpunt.
STAART
Laag
aangezet, lang, dun, droog en naar het einde toe spits toelopend. De
huid is bedekt met hetzelfde haar als op het lichaam en er
is vaak een
witte staartpunt. De staart wordt laaghangend gedragen met aan het
uiteinde een
lichte buiging omhoog. Als de hond opgewonden is, kan de
staart hoger dan
horizontaal worden gedragen.
Opmerkingen
Staart:
Een
droge, gelijkmatig toelopende staart van voldoende lengte tot aan de
punten van het spronggewricht heeft de voorkeur. Een te korte, te
dikke of te volle staart moet worden vermeden. Een staart die op de
rug wordt gekruld, moet worden vermeden.
LEDEMATEN
Voorhand:
In
het geheel gezien: lang, droog, vrijwel verticaal. Kaarsrechte
benen.
Schouders:
Lang, droog bespierd en in profiel gezien slechts weinig
schuin.
Opperarm:
De hoek tussen schouder en opperarm is erg open (circa
130º).
Pols: licht
schuin.
Voorvoeten:
Rond met slanke en aaneengesloten,
goed gebogen tenen;
de voetkussens zijn gepigmenteerd.
Opmerkingen
ledematen/voorhand:
Opmerkingen
schouder:
Het
schouderblad is bedekt met platte spieren en moet bij palpatie goed
aan de borstkas vastzitten.
Opmerkingen
middenvoet/pols:
In
profiel gezien, wordt een zekere scheefheid nagestreefd; deze geeft
soepelheid en speelt de rol van schokdemper bij het op de grond
zetten van de voorpoot. Van voren gezien wordt een zeer geringe
afwijking naar buiten toe getolereerd.
Opmerkingen
voeten/voorvoeten:
De
voorvoeten zijn tamelijk rond van vorm, zonder helemaal katachtig te
zijn en mogen niet te plat zijn.
ACHTERHAND:
In
het geheel gezien:
lang en droog. Van achteren bekeken, kaarsrechte benen.
Dijen:
Lang met duidelijk zichtbare en droge bespiering. De hoek tussen
heupbeen en dijbeen is erg open (circa 130º).
Knieën:
De hoek tussen dijbeen en scheenbeen is erg open (circa
145º).
Middenvoet:
Hielgewricht en middenvoet zijn recht en droog, zonder
Hubertusklauwen.
Achtervoeten:
Rond, goed
gebogen tenen.
Voetkussens zijn stevig
en resistent,
gepigmenteerd.
Opmerkingen
achterhand:
De
hond mag geen stijfheid vertonen, maar grote soepelheid en
elasticiteit. De dij en het been zijn van gelijke lengte met vrij
open hoekingen en een vlakke maar duidelijke bespiering.
Het
spronggewricht moet zo laag mogelijk en verticaal ten opzichte van de
voeten staan.
In
beweging grijpen de achterbenen goed aan onder de buik en geven een
effectieve duw in een brede en goed verlengde actie naar achteren.
Opmerkingen
voeten:
De
achtervoeten zijn tamelijk rond van vorm en mogen niet te plat zijn.
De tenen moeten goed aangesloten zijn.
GANGWERK/BEWEGING
Altijd
erg vloeiend en met een hoge actie in de draf en de stap. De galop is
veerkrachtig. De Azawakh vertoont lichtvoetigheid en
elasticiteit.
Het
gangwerk is een essentieel aspect van het ras.
Opmerkingen
gangwerk/beweging:
De
Azawakh windhond moet zo veel mogelijk grond beslaan, d.w.z. hij moet
zijn voorbenen zelfs tot aan de hoogte van zijn hoofd gooien. In geen
geval mag hij steppen of stampen, zelfs niet als zijn passen zonder
overdrijving verhoogd zijn. Er moet een sterke stuwing vanuit de
achterhand zijn, maar het geheel moet bewegen met gratie en een zeer
lichte en soepele tred die een indruk van gratie en elasticiteit
geeft. Je moet voelen dat de hond op elk moment van richting kan
veranderen.
HUID
Dun,
goed aanliggend over het gehele lichaam.
VACHT
Haar: Kort
en fijn. Op de buik is nagenoeg geen haar aanwezig.
Kleur: Roodbruin
– al
dan niet gestroomd -
met
beperkte witte aftekeningen op de ledematen. Alle schakeringen zijn
toegestaan van licht zandkleurig tot donkerrood (mahonie).
De gestroomde vacht mag uitsluitend een zwarte tekening vertonen,
geen andere kleuren. De snuit mag een zwart masker
hebben.
Bijkomende
uitleg over het wit in de vacht: Een
bles is niet altijd aanwezig. Op
de voorborst mogen meer of minder uitgebreide witte vlekken aanwezig
zijn maar niet hoger dan de basis van de hals. Ze mogen niet voorbij
de schouderpunt noch aan één der zijden van de hals zichtbaar zijn.
Echter, een dunne witte streep aan de voorzijde van de hals, op de
voorborst en onderaan de borst is toegestaan. Een
kleine witte vlek is toegestaan op de nek, mits niet te groot. In het
verlengde van de voorborst mogen witte vlekken op de borst aanwezig
zijn, maar in geen geval op de zijkanten van de ribbenkast. Elk
van de vier ledematen moet een witte aftekening hebben of tenminste
enig spoor daarvan op de voeten. Bij
bijzonder fraai gebouwde exemplaren wordt de afwezigheid van wit op
één van de ledematen aanvaard.
De
witte aftekeningen op de voorbenen die vaak onregelmatig zijn, mogen
in geen geval boven de ellebogen uitkomen noch tot de schouders
reiken. De witte aftekeningen op de achterbenen die veelal
onregelmatiger zijn en minder duidelijk, mogen niet boven het niveau
van de dij uitkomen. Witte vlekken aan de binnenkant van de dijen
mogen evenwel niet als een fout worden beschouwd.
Opmerkingen
kleur:
Wat
de tekening betreft: van voren gezien mag de borstvlek niet boven de
basis van de nek uitsteken, maar een witte band of vlekken op de
voorkant van de nek, op de borstplaat en op het onderste deel van de
nek zijn toegestaan.
Aan
de zijkant van de hond is wit alleen toegestaan onder de ellebogen en
onder het spronggewricht. Aan de binnenkant van de benen is wit wel
toegestaan: boven de ellebogen op de voorbenen en boven het
spronggewricht op de achterbenen.
Een
kleine witte bles op de neus en een witte vlek van maximaal 4 cm op
de achterkant van de hals is ook toegestaan.
Een
minimum aan wit op het puntje van de staart en op elke voet is
wenselijk.

Minimale
witte aftekeningen

Maximale
witte aftekeningen
GROOTTE
EN GEWICHT
Schofthoogte:
Reuen: tussen
64 en 74 cm.
Teven: tussen 60 en 70 cm.
Een
verschil van 2 cm hoger of lager is toegestaan.
GEWICHT:
Reuen: circa
20 - 25 kg.
Teven: circa 15 - 20 kg.
Opmerkingen
groote en gewicht:
Op
dit gebied moet elke overdrijving worden bestraft, maar er moet
bijzondere aandacht worden besteed aan de verhoudingen zoals
hierboven vermeld.
FOUTEN
Elke
afwijking van de voorgenoemde punten moet worden beschouwd als een
fout die moet worden bestraft naargelang de ernst en de consequenties
ervan voor de gezondheid en het welzijn van de hond.
ERNSTIGE
FOUTEN:
Zwaar
hoofd dat fijnheid mis
Dikke
en behaarde staart, erg gekrulde staart
Lichaam
te lang
Tanggebit
Opmerkingen
ernstige fouten:
Hoofd
en lichaam missen elegantie. Te zwaar, niet typisch genoeg voor het
ras in uitdrukking, hoofd, morfologie of gangwerk.
Het
type van de Azawakh: zijn morfologie (grootte, boven- en onderlijn,
hals, enz.), zijn gangen, zijn hoofd en zijn expressie; is een
fundamenteel aspect van het ras. Een exemplaar dat te zwaar is, een
hoofd en/of lichaam zonder elegantie en fouten in het type zijn
ernstige fouten die moeten worden bestraft. Aan de andere kant, in
aanwezigheid van een uitstekend exemplaar in type, is een zekere
toegeeflijkheid betreffende kleine fouten in de kleuring toegestaan.
CRITERIA
VOOR NIET-BEVESTIGING
ALGEMEEN
TYPE :
-
Gebrek aan type, wat wijst op een kruising met een ander ras.
-
Grootte die de norm met 3 cm of meer overschrijdt:
BIJZONDERE
PUNTEN IN HET TYPE :
-
Sterke anatomische misvorming die niet door een ongeluk is ontstaan;
-
Heupen duidelijk lager dan de schoft.
VACHT
:
-
Vacht niet in overeenstemming met de standaard, d.w.z. anders dan
licht zandkleurig tot donker bruin;
-
Afwezigheid van witte aftekeningen op de onderkant van een of meer
poten;
-
Bleke ogen van een roofvogel;
-
Vacht hard of halflang.
AFWIJKINGEN
:
-
Monorchidisme, cryptorchidisme;
-
Ondervoorbijtend of overbeet.
KARAKTER
:
-
Angstig, met paniek, of agressief (met aanval).
ELIMINERENDE
FOUTEN:
Agressieve
of angstige honden
Honden
met duidelijk lichamelijke - of gedragsafwijkingen worden
gediskwalificeerd
Gebrek aan type
Te kleine borstkas en extreme
algemene fijnheid.
Onder- of bovenvoorbijten
Neus, oogleden en
lippen anders dan zwart of donkerbruin
Licht oog of blauw
oog.
Rozenoor
Heupen lager geplaatst dan de schoft.
Een niet
toevallige, anatomische afwijking (voorbeeld: verspringing in de
aanhechting van ribben aan het borstbeen).
Aanwezigheid
van Hubertusklauwen of aanwijzigingen van verwijderde klauwen op de
achterbenen.
Harde of halflange vacht.
Vachtkleur niet in
overeenstemming met de rasstandaard; (teveel wit, witte kraag,
anders dan zwart gestroomd. Vooral letten op verdunde kleuren die
niet zijn toegestaan zoals blauw en lila.
Elke hond die sporen van
ingrepen in de natuur vertoont, teneinde een schoonheidsfout te
corrigeren of een anatomische fout te herstellen, moet worden
buitengesloten.
Grootte die meer dan 3 cm afwijkt van de
rasstandaard.
N.B.:
Reuen
moeten twee duidelijk normale en geheel in het scrotum afgedaalde
testikels hebben.
Slechts gezonde en functioneel doelmatige honden
met voor het ras kenmerkende anatomische bouw mogen worden gebruikt
voor het fokken.
De
nieuwe wijzigingen zijn vet gedrukt
Opmerkingen fouten die
diskwalificatie vereisen:
- Elke hond die duidelijke
lichamelijke of gedragsstoornis vertoont, moet worden uitgesloten;
- Elke hond die agressie vertoont
met aanvallen of bijten of paniekangst vertoont, moet worden
uitgesloten;
- Een hond met gebrek aan etnisch
karakter (gebrek of overmaat aan type) waardoor de hond als geheel
onvoldoende op zijn soortgenoten gaat lijken, moet worden
uitgesloten.
- Een hond met een te smalle of te
kleine ribbenkast bij het borstbeen moet worden uitgesloten;
- Een volledig schaargebit is
vereist, geen enkele andere vorm van gebit is aanvaardbaar en elke
hond met een over- of ondervoorbijtend gebit moet worden uitgesloten.
- De slechte sluiting van de premolaren en de hoektanden is een
belangrijk punt om te controleren, vooral in het geval van een
overvoorbijtend gebit.
- De pigmentatie van de slijmvliezen
moet zo donker mogelijk zijn en mag niet anders dan donkerbruin of
zwart zijn.
- Een hond met irissen lichter dan
amberkleurig, een bleek roofvogeloog, verslapte ogen, geheel of
gedeeltelijk blauwe ogen moet worden uitgesloten.
- Een hond met een roze oor, dat de
kruising met een ander type windhond aangeeft, moet worden
uitgesloten;
- Een hond met een niet-conforme
maat en een niet-horizontale bovenbelijning, d.w.z. overbouwd, moet
worden uitgesloten.
- De kleur van de vacht mag licht
zandkleurig tot donker reekleurig zijn, met uitzondering van alle
andere kleuren. Een verdunde kleur (beige, isabella, blauw of lila)
is uitgesloten;
- Bij een gestroomde hond mag de
kleur van de strepen alleen zwart zijn, blauwe strengen zijn
uitgesloten.
- Iedere hond die sporen vertoont
van een chirurgische ingreep ter correctie of herstel van een
esthetische of morfologische fout, wordt gediskwalificeerd.
- Een hond waarvan de lengte meer
dan 3 cm afwijkt van de standaardmaten moet worden uitgesloten;
- Er moet zorgvuldig worden gelet op
formaat en verhoudingen.
- Een hond die aanzienlijk afwijkt van de
hierboven vermelde verhoudingen aan het begin van de standaard zou
niet meer overeenkomen met de etnische kenmerken van het ras en
moet
worden uitgesloten.
N.B. :
- Reuen moeten twee normaal
uitziende testikels hebben die volledig in het scrotum zijn
ingedaald.
- Alleen honden die gezond zijn en
in staat zijn de functies te vervullen waarvoor zij zijn geselecteerd
en waarvan de morfologie kenmerkend is voor het ras, mogen voor de
fokkerij
worden gebruikt.
CONCLUSIE:
Morfologie is de bepalende factor
van het ras. Onze aandacht gaat allereerst uit naar de grootte van
het lichaam en het hoofd, de fijnheid van de vacht, de slanke
verschijning, de fijnheid van de staart.
De standaard is geen heilige tekst,
maar een werkinstrument dat de fokkerij stuurt in de zin van het
vermijden van verkeerde interpretaties en afwijkingen van de
standaard.
 |